NLFR

Platform voor de tuin- en groenprofessional
Uitbreiding vergunningsplicht andere meststoffen

Uitbreiding vergunningsplicht andere meststoffen

Sinds 1 oktober is de meldings- en vergunningsplicht van meststoffen en organische bodemverbeterende middelen uitgebreid. Sla je bijvoorbeeld compost op, of ben je dit in de toekomst van plan, dan ben je vanaf die datum verplicht om voor deze opslag een vergunning aan te vragen.

Tot op heden was de vergunningsplicht voor meststoffen enkel beperkt tot dierlijke mest. Vanaf 1 oktober moet eveneens de opslag van bodemverbeterende middelen en andere meststoffen in je omgevingsvergunning opgenomen worden.

Welke producten worden hierdoor vergunningsplichtig?

Alle producten die toegepast worden als meststof of bodemverbeterend middel, die niet beschouwd worden als dierlijke mest of kunstmest.

Met name producten die voorkomen op de lijst van bijlage 2.2 van het Vlarema (materialen toegelaten voor gebruik als meststof bodemverbeterend middel), alsook producten die niet voorkomen op deze lijst, maar die wel beschikken over een grondstofverklaring voor gebruik als meststof of bodemverbeterend middel. Deze stoffen dienen steeds te voldoen aan de Vlarema-normen voor meststoffen of bodemverbeterende middelen. Denk hierbij o.a. aan producten zoals compost, schuimaarde, bentoniet, haspargit, mineralenconcentraten, digestaat zonder dierlijke mest, enz.

 

Afhankelijk van de ligging van je bedrijf, geldt deze vergunningsplicht vanaf een bepaalde opslagcapaciteit. Zo is een opslag in agrarisch – of industriegebied meldingsplichtig t.e.m. 5.000 m³, en heb je een klasse 2 omgevingsvergunning nodig, indien de opslag groter is dan 5.000 m³. In woongebied met landelijk karakter gelden volgende beperkingen: 5 m³ tot 100 m³ meldingsplicht (klasse 3), tot en met 1.000 m³ klasse 2 vergunning en meer dan 1.000 m³ klasse 1 vergunning. In andere bestemmingsgebieden heb je zelfs al een klasse 1 vergunning nodig van zodra je meer dan 100 m³ opslagcapaciteit voor andere meststoffen hebt.

Door de verbods- en afstandsregels worden er eveneens een aantal beperkingen op gebied van de inplanting van dergelijke opslagen opgelegd. Opslag van compost is sinds 1 oktober niet toegelaten in een woon- of waterwingebied. Bovendien moet er ook een afstand van 100 m tot het woongebied gerespecteerd worden.

Hou er daarnaast rekening mee dat er ook in Vlarem II constructievoorwaarden opgenomen zijn, waaraan de opslagvoorzieningen moeten voldoen:

De grondplaat moet in een verhard, mestdicht materiaal uitgevoerd worden.

De opslagruimte moet aan drie kanten door voldoende hoge mestdichte wanden omgeven zijn.

De helling van de grondplaat moet zodanig aangelegd zijn dat afvloeiwater of uitloogwater opgevangen wordt.

De opslagplaats mag niet uitgerust worden met een overstort of afleidingskanaal naar een gracht, riolering of regenwaterafvoer.

 

Kortom: het is de bedoeling dat de opslag zodanig uitgevoerd wordt, dat vervuiling van bodem, grondwater of oppervlaktewater door afvloeiwater of percolaat vermeden wordt.

Het is dus belangrijk om na te gaan of je opslag hieraan voldoet. Bij het plannen van een nieuwe opslagvoorziening, wordt er idealiter al in de ontwerpfase afgetoetst of de geplande opslag aan alle vereisten voldoet.

Heb je nog vragen rond dit thema? Contacteer een DLV-adviseur via info@dlv.be of via het gratis nummer 0800 90910.  

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details